Maurice Prost
Prost

Maurice Prost (1894-1967)

Maurice Gaston Elie Joseph Prost (1894-1967) studeerde bij de beeldhouwer Léopold Morice. Maar het was bij Charles Valton dat hij zijn roeping als animalier ontdekte. In 1913 ging Prost in de leer in het atelier van Gauthier, een Parijse goudsmid. Zijn opleiding tot goudsmid kwam echter abrupt ten einde na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Prost meldde zich aan als vrijwilliger en werd naar het front van Argonne gestuurd. In de eerste maanden van de oorlog raakte hij ernstig gewond en werd hij overgebracht naar een militair hospitaal waar zijn linkerarm werd geamputeerd ten gevolge van gangreen. Als invalide, kon hij het beroep van goudsmid niet langer uitoefenen. Prost was echter vastbesloten een artistieke carrière uit te bouwen en nam het beeldhouwen als toevluchtsoord Na een verblijf in Montpellier keerde hij in 1918 terug naar Parijs. Hij ging toen dagelijks naar de Jardin des Plantes om te tekenen en dieren te modelleren. Daar ontmoette hij de andere dierenbeeldhouwers met wie hij oprechte vriendschappen sloot. Aanvankelijk boetseerde hij zijn onderwerpen in klei, maar vanaf 1922 ging hij met behulp van zijn vrouw over op het directe houtsnijwerk. In 1927 kwam hij op het idee om een persluchtmachine te gebruiken om een pneumatische hamer te activeren, die hij aanpaste en ontwikkelde met behulp van de Dienst Toestellen van het Staatssecretariaat voor Veteranenzaken. Vanaf nu kon hij zonder hulp de 'taille directe' beöefenen.

Prost stelde vanaf 1921 tentoon op de Salon des Artistes Français waar hij zijn werk bleef presenteren en ook op de Salon des Artistes Indépendants. Hij stelde ook regelmatig werken voor op het Salon d'Automne tot 1966, het jaar voor zijn dood. In 1922 kreeg hij op de Salon des Artistes Français een eremedaille en daarna nam zijn carrière echt een hoge vlucht.  Maurice Prost exposeerde permanent in de Galerie Susse in Parijs tot na de tweede wereldoorlog. Zijn werken behoorden tot de meest verkochte van deze galerie. Hij exposeerde in 1928 op de eerste Salon des Artistes Mutilés et Blessés de Guerre op de Champs-Elysées, een evenement waarvan de inhuldiging de hele Franse politieke klasse en de internationale pers bijeenbracht. Prost presenteerde zijn Black Panther op de Koloniale Tentoonstelling van 1931. Daarna creëerde hij talrijke monumentale sculpturen voor steden en instellingen.

Hij werd hoogleraar in de tekenkunst aan de Kamer van Koophandel van Parijs, waar hij 22 jaar lang les gaf. Ridder van het Legioen van Eer in 1933, werd hij in 1957 gepromoveerd tot Officier van het Legioen van Eer voor de Kunsten.