Raymond De Meester at work

Raymond de Meester de Betzenbroeck (1994-1995)

Komend uit een familie van kunstenaars, raakte de jonge Raymond al vroeg gefascineerd door de weergave van dieren. Na zijn afstuderen ontmoet hij de dierenbeeldhouwer Albéric Collin die hem adviseert en aanmoedigt om te volharden op het gebied van de representatie van dieren.
Vervolgens bezoekt hij de Antwerpse Zoo, waar hij dieren observeert, hun morfologie en houding analyseert, ze schetst en ze vervolgens in drie dimensies omzet, eerst in een atelier in Etterbeek, daarna, na zijn huwelijk, in zijn huis in Sint-Lambrechts-Woluwe.
Perfectionist in hart en nieren, brengt zijn zorg voor de waarachtigheid hem niet tot een eenvoudige fotografische nauwkeurigheid. Hij overstijgt deze door de quasi-psychologische expressie van het dier op bewonderenswaardige manier vast te leggen. Bij de opening van zijn eerste tentoonstelling, in maart 1927, in de Petite Galerie Avenue Louise in Brussel, zijn de critici van meet af aan zeer positief. Ze onderstrepen het talent van de jonge kunstenaar, zijn zin voor detail. Kort daarna wordt hij als lid van de Cercle des Beaux-Arts de Liège gecoöpteerd, een gebeurtenis die zijn talent en zijn succes bekroont. Het jaar 1930 is een beslissend keerpunt voor Raymond de Meester. Hij wordt gecoöpteerd als lid van de Luikse groep en stelt tentoon in Elsene, Namen, Leuven, Mechelen en Brussel. Vervolgens krijgt hij een opdracht van de Belgische staat om het koloniale paviljoen van de Internationale Tentoonstelling in Antwerpen te verfraaien met een veertien meter lang bas-reliëf dat het vangen en trainen van olifanten voorstelt. De Artistieke en Letterkundige Kring van Brussel verwelkomt hem als lid onder het beschermheerschap van Jean Canneel en Alfred Bastien. De ene na de andere tentoonstelling volgen (Nice, Parijs, Luik, Kaunas, Montréal, Rio de Janeiro, São Paulo, Stockholm, Utrecht, Milaan, ...) en de bestellingen stromen binnen, vooral uit het buitenland. Al snel zijn zijn werken te vinden in Parijs, Lissabon, Oslo, Bueno Aires, Tallinn, Cairo, Mexico-Stad, Bern, Warschau, Kaunas, Reims, Krakau... en natuurlijk Brussel, Luik, Tervuren in het Museum voor Midden-Afrika...

In 1939 produceert hij een monumentale ijsbeer voor de Exposition de l'Eau in Luik. In 1958 versiert zijn Brullende Leeuw, symbool van het triomfantelijke België, een van de officiële toegangen tot de Brusselse Wereldtentoonstelling, alvorens het jaar daarop naar het Malou-park te worden overgeplaatst. Op de drempel van zijn vijftigste verjaardag richt Raymond de Meester zich op de schilderkunst.

Bron: Xavier DE GHELLINCK VAERNEWYCK, gepubliceerd in de Nouvelle Biographie Nationale, deel 6, Brussel, Koninklijke Academie van België, 2001, p.133-135.