Bitter Ary

Ary Bitter (1883-1973)

Hoewel Ary Bitter, voornamelijk actief in het interbellum, het best bekend is als dierenbeeldhouwer, omvatte zijn artistieke productie verschillende onderwerpen (dieren, vrouwen en oude mythen) met behulp van verschillende materialen (terracotta, brons, steen, marmer, keramiek), en niet te vergeten ook een belangrijke artistieke productie op papier.

Ary Jean Léon Bitter werd op 29 mei 1883 in Marseille geboren als zoon van een vader van Nederlandse afkomst en een Franse moeder. Hij toont al op zeer jonge leeftijd een duidelijk artistiek talent en treedt op 12-jarige leeftijd toe tot de School voor Schone Kunsten van Marseille.

In 1902, toen hij de driejaarlijkse wedstrijd van de stad Marseille had gewonnen, kreeg hij een beurs die hem in staat stelde toegelaten te worden tot de Nationale School voor Schone Kunsten. In 1902 treedt hij toe tot het atelier van Ernest-Louis Barrias en vanaf 1904 tot het atelier van Jules Coutan, van wie hij een degelijke klassieke opleiding krijgt.

Al in 1910 stelde Ary Bitter tentoon in het Salon des Artistes Français en kreeg een eervolle vermelding (l'enfant au chevreau) bij zijn eerste deelname en in 1913 kreeg hij al een bronzen medaille. Na verdere deelnames aan het Salon des Artistes Français ontving hij in 1921 de zilveren medaille voor een Bacchus en in 1924 de gouden medaille voor een stenen standbeeld van Diana dat later in het Luxemburgse Museum zou worden opgenomen.

In 1925 besloot Jacques Susse zijn galerie op de Boulevard de la Madeleine te reorganiseren en hedendaagse kunstenaars te promoten. Ary Bitter stelde samen met Paul Sylvestre, Maximilien Fiot, Roger Godchaux en Georges Guyot tentoon. Tijdens het interbellum heeft Susse 29 van zijn modellen uitgegeven.

In 1926 tekende hij een contract met de redacteur "les neveux de Jean Lehmann" (16 werken). In datzelfde jaar heeft de Manufacture Nationale de Sèvres de Diane uitgegeven, gevolgd door meer dan twintig modellen, voornamelijk dieren, maar ook naaktfiguren. Zijn consecratie kwam toen hij op het Salon van 1932 buiten de concurrentiestrijd werd verklaard en in datzelfde jaar het Erelegioen kreeg.

In 1937 nam Bitter deel aan de Internationale Tentoonstelling van Kunst en Techniek in Parijs, waar hij in het Palais de la Céramique glaswerk en steengoed met Bouraine tentoonstelde, en in het Palais du Métal een bronzen Herakles samen met Guyot, Guino en Fiot.

Hij stierf in Parijs op 14 juni 1973.

Verschillende van zijn werken worden in openbare collecties bewaard.